Pages

Tuesday, October 15, 2013

In de arena

2013-09-25 11.35.38



Theodore Roosevelt in 1910, lezing aan de Sorbonne:


"It is not the critic who counts; not the man who points out how the strong man stumbles, or where the doer of deeds could have done them better.
The credit belongs to the man who is actually in the arena, whose face is marred by dust and sweat and blood; who strives valiantly; who errs, who comes short again and again, because there is no effort without error and shortcoming;
but who does actually strive to do the deeds; who knows great enthusiasms, the great devotions;
who spends himself in a worthy cause; who at the best knows in the end the triumph of high achievement, and who at the worst, if he fails, at least fails while daring greatly, so that his place shall never be with those cold and timid souls who neither know victory nor defeat."

********


Ik deed iets heel engs.
Ik keek naar binnen en raapte wat woorden van de bodem van mijn hart, woorden die daar al een poosje lagen te branden en de borrelen. Ik verpakte ze in een mooi, glanzend papier, bond er een strik om. En toen het moment daar was, bood ik ze aan aan de persoon voor wie ze bedoeld waren.

Hij maakte het pakje open, langzaam en met aandacht. De strik stopte hij in zijn zak. Het papier legde hij voor zich op tafel, nadat hij de kreukels eruit had gestreken en het zorgvuldig tot een kleine rechthoek had opgevouwen.
De woorden gaf hij aan me terug.

Ik ging naar de wc, dronk een slok water en keek mezelf aan in de spiegel. Dit was niet zoals ik had gehoopt dat het zou gaan. De gedroomde uitkomst was anders - maar aan de knoop in mijn buik die de hele middag zeurend om aandacht had gevraagd, had ik al kunnen voelen dat ik er zelf ook niet zeker van was geweest, van die uitkomst.

Ik moest dus maar verdrietig zijn, en teleurgesteld?

Eigenlijk was dat niet zo. Ik wist heel zeker, en de vrouw in de spiegel wist dat nog zekerder, dat ik teleurgesteld zou zijn geweest - in mezelf - als de knoop in mijn buik het vandaag had gewonnen, en als ik naar huis was gegaan met het glimmende pakje nog in mijn tas.
Maar nu. Voor het sinds hele lange tijd was ik blij met wat er was (veel) in plaats van me af te vragen waarom er toch alsjeblieft niet meer kon zijn?

Wie ten strijde trekt valt soms. Ik sta weer op, met een beetje stof op mijn knieƫn, een heel klein deukje in mijn ego. Het is allemaal de moeite waard, om met groot enthousiasme en grote toewijding te doen wat waar is.

Want wie wil er nou horen bij de koude en angstige zielen?

No comments:

Post a Comment