Pages

Friday, November 22, 2013

Achter gesloten deuren

There are some things that must remain secret
That I can find no good reason to tell
There's too many men telling their secrets these days
and I'd like to tell them
to all go to hell
And I never had dreams and they never came true
As far as you know anyway
To the wind, you're a toy
just a drunk Irish boy
Just a face in the crowd
but I'll be back around
To show you all something someday
Patty Griffin, 'Irish Boy'



IMG_1802

Wat is een geheim? Volgens het woordenboek: iets wat niemand weet of mag weten. Maar waarom? Kennelijk omdat het moment van kennisoverdracht, het moment dat het geheim geen geheim meer is maar openbaar, dit onaangenaam is voor alle (of tenminste sommige van) de betrokkenen. Die schamen zich, worden gekwetst, halen zich woede, agressie, afkeuring of minachting op de hals - allemaal dingen die je liever wilt voorkomen.

Maar is het wel altijd zo erg?

"Wat dapper, dat jij je geheimen zo deelt met de hele wereld," zei iemand gisteren tegen mij.
Ik moest daar even over nadenken. Dapper voel ik me wel, ja. Wat ik doe - schrijven over mijn persoonlijke leven, hier en meer nog elders - is eng, omdat je de reacties niet kunt inschatten. Het is inderdaad mogelijk dat mensen boos op me worden. Me niet begrijpen. Me raar of belachelijk vinden. Maar gek genoeg heb ik niet het gevoel dat ik geheimen deel. Ik heb niet het gevoel dat ik dingen vertel die 'niemand mag weten'. Ik schrijf over mezelf, en ik kan eigenlijk zo weinig redenen bedenken om dat niet te doen.

Zolang ik anderen niet kwets of te kijk zet, zolang ik alleen schrijf over wat zich afspeelt in mijn eigen hoofd, in mijn eigen hart, in mijn huis, aan mijn tafel, ja en zelfs in mijn bed - wie kan daar last van hebben?

Ik ben er nog niet uit en ik heb geen antwoord. Is er een dunne of een duidelijke lijn tussen openhartigheid en exhibitionisme? Vanuit welke motieven deel ik mezelf en mijn gedachtes met anderen? Daar valt nog een hoop over te denken en te schrijven. En dat is precies wat ik van plan ben.

Er zijn, denk ik, maar twee manieren om naar de wereld te kijken: met angst, of met liefde. Soms overheerst de een en soms wint de ander, maar ik weet wel welke van de twee ik het meeste aandacht wil geven. Na het grootste deel van mijn leven beslissingen te hebben genomen (of, want daar kwam het meestal op neer, geen beslissingen te hebben genomen) op basis van de dingen waar ik bang voor was - en dat waren er ontelbaar veel - probeer ik het nu op een andere manier. De onverschrokken manier. De open manier. Waarin ik vertrouw op mezelf en op de mensen die me lief zijn.

Omdat ik niet pas 'some day' iets aan de wereld wil laten zien, maar vandaag;
omdat ik dromen heb en me daarvoor niet schaam;
omdat ik geen speelbal van de wind ben;
maar mijn leven vorm geef zoals ik dat wil.

Wednesday, November 13, 2013

Nu en straks

IMG_4211
(Colorado, september 2013)

Het park op deze herfstochtend is adembenemend.
Donkerpaarse wolkenluchten waar de zon achter vandaan komt om de bladeren, in alle variaties groen en goud en rood en bruin, op te doen lichten. De honden op de grote speelwei staan tot aan hun oksels in een lichtgrijze poederige nevel. Ik wil afstappen en hier naar kijken, hier van genieten. Maar dat kan niet, want ik word ergens verwacht, ergens wacht iemand op me, die er niet erg vrolijk van zal worden als ik straks zeg 'sorry dat ik te laat ben, ik werd zo afgeleid door de herfstmist in het park'.

Dus fiets ik door, en denk intussen na over nu en straks.

Soms kun je er niet omheen, om het straks. Als je op tijd ergens moet zijn - wie kan zich dan verliezen in het moment?

Er staan hier in mijn leven een paar dingen te gebeuren waar ik me druk over maak, zenuwachtig over ben. Alles kan alle kanten op: vreugde, opluchting, trots en spannend plezier, of teleurstelling, schaamte, afwijzing en verdriet. Ik heb beide scenarios al tot in detail uitgewerkt en van elk script ook nog verschillende versies geschreven. Het is verbazingwekkend wat je kunt bereiken als je elke ochtend om 6 uur wakker wordt en niet meer in slaap valt, hoe je jezelf ook wendt of keert.

Het is dan misschien ook niet voor niets dat ik al drie avonden op de bank heb gezeten met de kat aan mijn zij en een half oog op mijn breiwerkje en een half oog op Say yes to the dress.

[Nee echt. Weinig programma's zo rustgevend als dit. Aanstaande bruiden die stuk voor stuk melden dat ze het 'anders dan anders' willen en vervolgens tevoorschijn komen in de meest klassieke witte schuimpjes-prinsessenjurken. Huilende moeders, pruilende bruidsmeisjes, budgetten van 15.000 dollar voor een jurk van ene Pnina Tournai die kennelijk de meest gewilde bruidsjurkontwerpster van nu is ("I want a Pnina!"). En als de jurkenconsulente aan de bruid vraagt: vertel eens wat over je verloofde? is het antwoord steevast: "He's the perfect guy for me, because he's my soulmate, my best friend, and a really good listener!"
Ik hoop dat er iemand zo slim is om over 5 jaar een documentaire te maken over deze bruiden en de houdbaarheid van hun huwelijksgeluk.]

Maar, dit alles, terzijde.

De dag van vandaag, en de avond van vandaag, was door deze scriptschrijver helemaal dichtgetimnmerd. Toen vroeg om 5 uur iemand: ga je straks mee een biertje drinken?
En ik zei, nee, dat kan niet, ik heb een familieding te doen.
En even later dacht ik: het kan best! Na het familieding, een biertje drinken.


Zo zat ik om 7 uur in het cafe met een dierbare vriend. We dronken bier en aten pinda's, rookten tussendoor een sigaret. En we praatten over werk en leven en liefde.

En toen we genoeg gedronken hadden ging ik naar huis. Ik gaf de kat te eten die achter de voordeur miauwend op me zat te wachten. Ik maakte voor mezelf een bordje pasta met tomatensaus. Ik ging op de bank zitten en tikte dit stukje.

En ik was best heel gelukkig, de hoofdrol spelend in mijn eigen onverwachte script.

Nu.

Tuesday, November 12, 2013

Dag, Bloem


Ik open het raam en laat het najaar binnen,
Het onuitsprekelijke, het van weleer
En van altijd. Als ik één ding begeer
Is het: dit tot het laatst beminnen.

uit: J.C. Bloem, De Gelatene


IMG_3586

Ik zit in de grote bruine leren stoel voor mijn tweewekelijkse psychische onderhoudsbeurt. Zo'n 10 jaar geleden kwam ik hier voor het eerst. Soms hoefde ik jarenlang niet aan te bellen, maar als het universum me weer eens met iets (voor mij) onbegrijpelijks om de oren sloeg, was deze plek er altijd.
De man tegenover me is een beetje ouder geworden en een beetje dikker. Net als ik. De leren fauteuils zijn een keer vervangen (en het was hoogste tijd, je zakte er steeds verder en dieper in weg, niet echt ideaal voor mensen die het leven even niet meer zo zien zitten). Maar verder veranderde er weinig. Dezelfde boeken staan nog steeds een beetje scheef in de boekenkast, het espresso apparaat ziet eruit alsof het nooit gebruikt wordt.

Het meest rustgevend onveranderlijke is het uitzicht. Vanuit de ramen van het oude grachtenpand kijk je uit op een binnentuin, of eigenlijk niet op de tuin maar op de huizen en daken aan de andere kant van de binnentuin. Ik kijk veel naar buiten, als ik in de bruine leren stoel zit en over mezelf praat, omdat het nu eenmaal heel moeilijk is om continu iemand aan te kijken als je diep in jezelf graaft naar lang vergeten gevoelens.

Er is een klein dakterras te zien, waar nooit iemand op zit. Een trappenhuis, rommelige gevels, kozijnen die wel een likje verf kunnen gebruiken. Een muur met van die ijzeren beslagen erop waarvan ik niet weet hoe ze heten, maar die bedoeld zijn (denk ik) om verzakkingen te voorkomen.

De man in de leren stoel tegenover me heeft het net als ik niet snel koud, en vaak staat het raam dus open, al vraagt hij altijd even of ik daar geen last van heb.

Vandaag leiden de poederblauwe najaarslucht en de goudkleurige bomen in de binnentuin me af. Ik staar naar buiten terwijl ik de koele ochtendlucht de kamer in voel stromen.

Waar denk je aan, vraagt de man tegenover me, als ik even niets heb gezegd.

"Aan het herfstgedicht van Bloem, je weet wel", zeg ik.
"Nee?"
En daar borrelt het op, lang geleden uit mijn hoofd geleerd. De woorden van Bloem vullen de ruimte die zo vaak gevuld wordt met tranen en moeilijke verhalen en wanhoop. 'Het onuitsprekelijke, het van weleer'.

Het was een mooi moment.